Rik Van Looy – De val van een (wieler)Keizer) – Anni Horribiles 1963 & 1964

Eind 1962 was Rik Van Looy de Keizer, niet alleen van Herentals, maar van de wielersport, of toch van de eendagskoersen, ook al had hij dan zijn Wereldtitel niet kunnen verlengen. De Tour de France was nog wat anders, ook al had hij deze gedynamiteerd, hij begon aan een eindzege te denken.

En zo liep het verkeerd. Rik Van Looy rekende op een Tour de France op zijn maat gemaakt en toen bleek dat dit minder het geval was dan hij verwachtte, en er nog altijd meer tijdritkilometers waren dan hij wenste (en vooral aankon), zat het spel de wagen op. Van Looy verklaarde zonder boe of ba dat hij, als het parkoers niet zou aangepast worden, niet zou starten.

Ondanks aandringen van diverse kanten weigerde Rik op zijn woorden terug te komen. En zo kwam een Kempische keikop in conflict met twee West-Vlaamse keikoppen, vader en zoon Claeys, de bazen van rijwielfabriek flandria, de constructeur en toenmalige werkgever van Rik Van Looy, en op dat moment nog op zoek naar een nieuwe extra-sportieve partner en vooral financier van hun wielerploeg.

Dit conflict betekende meteen de start van twee wielerseizoenen vol verwikkelingen: de overgang van Rik Van Looy naar een nieuwe werkgever, G.B.C. en later G.B.C.-Libertas, een voorseizoen zonder klassieke overwinning maar wel met een ingewikkelde sleutelbeenbreuk, het conflict tussen de Italiaanse wielerbond en de vereniging van de beroepssector, met de vaudeville van twee gelijktijdige Italiaanse kampioenen in de Giro d’Italia, de jacht van Rik Van Looy op de groene trui in de Tour de France, het ‘verraad van Ronse’ met de Groene Leeuwen van Berten De Kimpe en dan vooral Benoni Beheyt in een hoofdrol, de overstap van Rik Van Looy naar Rik Van Steenbergen en diens Solo-ploeg, de intrede in de wielersport van het wielermerk Superia, eigendom van een andere tak van de Claeys-familie en aartsrivalen van flandria, een voor Rik Van Looy volledig mislukt wielerseizoen 1964, met als dieptepunten een soap rond een al dan niet schorsing na zijn forfait voor Paris-Nice, zijn zware val in de Tour de France en de coalitie ‘Allen tegen Van Looy’ in het wereldkampioenschap te Sallanches.

Kortom, in dit boek beleven we twee wielerseizoenen waarin de verhoudingen totaal op hun kop gezet werden. Rik Van Looy was niet langer de onbetwiste heerser waarvoor iedereen, met inbegrip van de Belgische Wielerbond boog, maar, hoewel nog immens populair, terug een renner zoals anderen en zijn opvolgers stonden klaar. Een zekere Eddy Merckx werd immers in datzelfde Sallanches bij de liefhebbers wel Wereldkampioen en voerde een hele nieuwe generatie aan die de komende tien jaar de wielersport zou domineren.

Gegevens

Auteurs: Jan De Smet en Patrick Feyaerts
Uitgever: Jan De Smet
Publicatiedatum: 2019
Aantal Pagina’s: 210
Afmetingen: 21,3 x 28,5 x 1,8 cm
ISBN: –
Bindwijze: Hardback

Andere suggesties…

  • Groene Leeuw – De wielerploeg die de Keizer uitdaagde

    Klinkende namen uit de Vlaamse wielergeschiedenis hebben de kleuren van de fietsen uit Deinze verdedigd. Velen reden het grootste deel van hun carrière voor de ploeg van sportdirecteur Albert De Kimpe, zodat hun naam onlosmakelijk aan Groene Leeuw verbonden is. We denken hierbij vooral aan Benoni Beheyt, Arthur Decabooter, de gebroeders Marcel en Frans De Mulder, Gustaaf De Smet, Gilbert Desmet, Lucien Mathys, Fons Sweeck en de trouwe helpers Gilbert De Smet en Marcel Seynaeve. Verder droegen ook Marcel Kint, Sylveer Maes, Briek Schotte, Stan Ockers, Désiré Keteleer, Germain Derycke, Emile Faignaert, René Mertens, Maurice Neyt, Roger De Corte, Roger Gyselinck, Roger en Armand Desmet, Noël Foré, Henri Van Kerkhove, Karel Clerckx, Willy Schroeders, Jan Adriaensens, Willy Vannitsen, Hans Junkermann, Eddy Pauwels, Jean-Baptiste Claes, Michael Wright, Frans Verbeeck, Martin Van Den Bossche, Eric De Vlaeminck, Walter Godefroot en Karl-Heinz Kunde de faam van Groene Leeuw mee uit. Zelfs Roger De Vlaeminck werd bij de juniores en liefhebbers door Groene Leeuw gesteund. 

    Kortom, op uitzondering van de Planckaert dynastie, heeft zowat elke Oost-Vlaamse wielercoryfee uit de periode tussen de tweede Wereldoorlog en het einde van de jaren zestig wel iets te doen gehad met het fietsenmerk van de familie De Kimpe. En niet enkel de Oost-Vlamingen waren erbij, ook de West-Vlaamse sterren uit het pré-Flandria tijdperk hebben wel op een of ander moment een Groene Leeuwfiets bestegen, net zoals diverse sterren uit de andere Vlaamse provincies, enkele Duitsers en zelfs een in Wallonië verdwaalde Brit.. 

    Het palmares van de ploeg oogt minder indrukwekkend dan dat van regiogenoot Flandria of dan dat van de grote Franse of Italiaanse wielermerken als Peugeot , Mercier, Faema en Molteni maar minstens 788 overwinningen zijn zeker niet niks.  

    Tussen die 788 zegepralen één Wereldtitel en twee Belgische titels op de weg, Paris-Roubaix, 2x de Ronde van Vlaanderen, 2x Gent-Wevelgem, de Flèche Wallonne, liefst 8x (!) de Ronde van België, 2x de Tour de Luxembourg, 2x de Tour du Nord en 2x de Quatre Jours de Dunkerque. Bovenop al dat komt dan nog de zege van Frans De Mulder in de Vuelta a España. 6 ritzeges in de Tour de France tussen 1962 en 1965, en talloze ereplaatsen in klassiekers en rittenkoersen.

    Zonder dan nog te spreken over de Wereldtitel en verschillende Belgische titels in het veldrijden.

    Een aantal van die overwinningen zijn bijna historisch te noemen. Met Eric de Vlaeminck de eerste Belgische Wereldtitel in het veldrijden uit de geschiedenis, en meteen de inzet van een lange heerschappij. Met Benoni Beheyt de Wereldtitel op de weg in Ronse in 1963 ten koste van superfavoriet Rik Van Looy. Heden nog steeds voer voor geanimeerde discussies. De overwinning in de Vuelta was de eerste, en tot in 1968 enige, Belgische eindzege in een grote rittenkoers sinds Edward Van Dijck in diezelfde Vuelta in 1947.  Ook de ploeg als geheel vierde triomfen : een Wereldbeker Intermerken (1964, als eerste volledig Belgische ploeg, met bijna uitsluitend Belgische renners, een Belgische sportbestuurder, een Belgische sponsor en een Belgische constructeur) en twee Belgische Intermerkentitels (1964 en 1965).

    Zonder overdrijving kunnen we stellen Wielergeschiedenis met een Hoofdletter en gemaakt door namen die in de Vlaamse en internationale wielersport klinken als een klok

    Meer dan vijfentwintig jaar wielersponsoring, net geen dertig jaar te bewonderen op diverse wielertruien. En tussen 1940 en 1988, dus over een periode van bijna vijftig jaar, was Groene Leeuw ruim veertig jaar aanwezig in de pelotons, als sponsor of als materiaalleverancier. 

    Groene Leeuw, een begrip dat niet weggedacht kan worden uit de geschiedenis van de Vlaamse en Belgische en zelfs van de mondiale wielersport.

    Gegevens

    Auteurs: Jan De Smet en Patrick Feyaerts
    Uitgever: De Eecloonaar
    Publicatiedatum: 2008
    Aantal Pagina’s: 360
    Afmetingen: 22,1 x 28,6 x 2,5 cm
    ISBN: 9789077562512
    Bindwijze: Hardback met omslag

    In winkelmand
  • Armand Desmet – ‘Mantie Smet’ Luitenant zonder strepen

    In de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw tierden de ‘flandriens’ nog welig in de Vlaamse gezinnen. Jonge Vlaamse kerels die niet leerden lezen door Hendrik Concience, maar wel door ‘Koarle’, Karel, Van Wijnendaele.

    Zo ook in de streek van Waregem waar Armand Desmet of ‘Mantie Smet’ het koersen als het ware met de moedermelk meekreeg. 

    Mantie verslond de boeken van Karel Van Wijnendaele over “Het Rijke Vlaamsche Wielerleven”.

    Mantie droomde van de koers, Mantie at koers, Mantie dronk koers, Mantie asemde koers, Mantie was koers. Mantie wou worden zoals Ritten Van Leirberghe in de Ronde van Vlaanderen van 1919 en “Ze allemoal noar huus rieën”. 

    Mantie werd profrenner bij de Groene Leeuw, een rijwielfabriekje uit het nabijgelegen Deinze bij de legendarische sportdirecteur Berten De Kimpe. Het was het begin van een schitterende carrière, maar ook een carrière met veel tegenslagen.

    Mantie won de eerste uitgave van de E3-prijs in Harelbeke en in 1959 won hij de Ronde van België. In de Tour van dat jaar beging hij, volgens zijn zeggen, de grootste stommiteit van zijn leven. Hij verspeelde een unieke kans om in de Gele Trui te rijden. 

    In 1960, in de Vuelta, stond Mantie een paar dagen voor het einde ruimschoots op kop. Een ongelukkige val zorgde echter voor een schouderblessure. Twee dagen voor het einde ging zijn ploegmaat Frans De Mulder, al of niet opzettelijk, mee in een ontsnapping. Mantie was de eindoverwinning in de Vuelta kwijt aan zijn ploegmaat, zelf werd hij nog 2de. Maar van Berten De Kimpe, zijn sportdirecteur, moest hij nooit meer iets weten.

    Mantie maakte de overstap naar de Rode Garde van Keizer Rik Van Looy. Mantie leerde het professionalisme van de Italiaanse ploegen kennen met trainingskampen aan het Gardameer, mooie hotels, kostuums enz…. maar bleef een van de meest onfortuinlijke renners uit de wielergeschiedenis. In de Giro van 1962 won Mantie een rit en kwam in het bezit van de Roze leiderstrui. Tot de 15de rit gereden werd. Die ging over de Passo Rollo. In een verschrikkelijke sneeuwstorm zoals die in de Giro kunnen voorkomen, gaf heel zijn ploeg, op Huub Zilverberg na, op en Mantie verloor op een dramatische wijze zijn leiderstrui. 

    Het jaar erop was er een prachtige prestatie met een 5de plaats in de Tour de France en het kon zelfs meer geweest zijn indien hij iets beter had gepresteerd in het tijdrijden. Hij werd geselecteerd voor het wereldkampioenschap in Ronse. Een wereldkampioenschap waarin hij een belangrijke rol speelde en vanuit een bevoorrechte positie de door iedereen gekende afloop van het WK kon aanschouwen. 

    In 1964 kwam hij in de 13de rit van de Tour zwaar ten val tijdens de afdaling van de Envalira en even werd het allerergste gevreesd. De sporen van die val droeg hij zijn hele verdere leven mee. 

    Mantie was een Flandrien. Winnaar van de Ronde van België, 2de in de Vuelta, 5de in de Tour (en het kon meer geweest zijn), 10de in de Giro, toptien plaatsen in klassiekers zoals 3de Luik-Bastenaken-Luik, Gent-Wevelgem en Parijs-Brussel 4de in de Ronde van Vlaanderen en de Waalse Pijl, 5de in Parijs-Roubaix, 8ste in de Ronde van Lombardije en 10de in Milaan-Sanremo.

    Flandriens sleuren, beuken, stoempen, trekken, zwoegen en draaien hun kas af.

    Mantie was een Flandrien.

    Mannen als Mantie die maken ze niet meer.

    Mannen als Mantie die verdienen ……… een boek.

    Gegevens

    Auteur: Jan De Smet en Marc Fourneau
    Uitgever: Marc Fourneau
    Publicatiedatum: juli 2017
    Aantal Pagina’s: 268
    Afmetingen: 21,5 x 30,3 x 2,1 cm
    ISBN: 9789460210402
    Bindwijze: Hardback

    In winkelmand